De Eerste Kamer heeft op 17 december 2024 het Pakket Belastingplan 2025 aangenomen. In dit artikel bespreek ik per belasting een aantal onderdelen ervan die relevant (kunnen) zijn voor MKB’ers en particulieren.
1. Inkomstenbelasting
Aanpassing box 1-tarieven
2024 | 2025 | |||
Schijf 1 | Tot € 38.098 | 36,97% | Tot € 38.441 | 35,82% |
Schijf 2 | Tot € 75.518 | 36,97% | Tot € 76.817 | 37,48% |
Schijf 3 | Vanaf € 75.518 | 49,50% | Vanaf € 76.817 | 49,50% |
Aanpassing heffingskortingen etc.
2024 | 2025 | |
Algemene heffingskorting | max. € 3,362,- | max. € 3,068,- |
Arbeidskorting | € 5.532,- | € 5.599,- |
Zelfstandigenaftrek | € 3.750,- | € 2.470,- |
MKB-winstvrijstelling | 13,31% | 12,7% |
De (verdere) afbouw van voordelen voor ondernemen in de inkomstenbelasting zijn, zoals de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling, worden dus verder afgebouwd. Dit kan meespelen bij de overweging om een onderneming voor de inkomstenbelasting (zoals een eenmanszaak) om te zetten naar een bv. Zie hiervoor ook mijn artikel dat ik onlangs over dat onderwerp schreef.
Verlaging percentage aftrek geen of geringe eigenwoningschuld
Als je geen of een kleine woningschuld hebt, dan is het eigenwoningforfait meestal hoger dan de aftrekbare kosten voor de eigen woning. In dat geval is er recht op een belastingaftrek. Sinds 2019 wordt deze aftrek in 30 jaar tijd jaarlijks (met 3,33%) afgebouwd tot nihil. In 2025 wordt de aftrek verminderd naar 76,67%.
Aanpassing box 2-tarief
Vanaf 2024 wordt inkomen uit aanmerkelijk belang in box 2 belast tegen een progressief tarief (zie onderstaande tabel):
2024 | 2025 | |
Schijf 1 (tot € 67.804) | 24,5% | 24,5% |
Schijf 2 (vanaf € 67.804) | 33% | 31% |
Fiscale partners kunnen ieder jaarlijks € 67.804,- (en samen dus € 135.608,-) aan inkomen uit aanmerkelijk belang (zoals dividend) genieten tegen 24,5%. Het meerdere is echter belast tegen 31%.
Aftrekbare giften
Anders dan in eerste instantie op Prinsjesdag in het belastingplan 2025 werd bekendgemaakt, vervalt de giftenaftrek in de Vpb niet. Vanaf 2025 wordt de uitbreiding van de vrijstelling in de dividendbelasting en in box 2 (van de inkomstenbelasting) voor giften vanuit de vennootschap aan goede doelen afgeschaft.
Giften die voldoen aan de criteria voor de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting (tot maximaal 50% van de winst en maximaal € 100.000) blijven wel vrijgesteld van dividendbelasting en inkomstenbelasting.
De aftrek van periodieke giften aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI) wordt per 1 januari 2025 verhoogd van maximaal € 250.000 naar maximaal € 1,5 miljoen per kalenderjaar.
Wet excessief lenen
Per 1 januari 2023 is de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap van kracht. Als de aanmerkelijkbelanghouder per 31 december 2024 meer dan € 500.000,- leent bij de eigen vennootschap(pen), wordt het meerdere als een fictief dividend aangemerkt in box 2.
Box 3
Hoge Raad uitspraken
In het belastingplan 2025 bleef het tarief van box 3 ongewijzigd. Wel is er al een aantal jaren discussie over de aanpassing van box 3. De belastingheffing zal gaan plaatsvinden op basis van het werkelijke rendement, in plaats van over het forfaitaire rendement. De Hoge Raad heeft op 6 juni 2024 en 14 juni 2024 arresten gewezen (uitspraken gedaan) over dit onderwerp. Naar aanleiding hiervan krijgen belastingplichtigen die een lager rendement hebben behaald dan het forfaitaire rendement, de gelegenheid om dit aannemelijk te maken. Als de belastingplichtige daarin slaagt, wordt de belasting verminderd.
Groene beleggingen
Er bestaan fiscale voordelen rondom groen beleggen, maar deze worden per 1 januari 2025 versoberd. Allereerst wordt de vrijstelling op groene beleggingen in box 3 verlaagd naar € 26.312 (voor fiscale partners € 52.624). Daarnaast wordt de heffingskorting groene beleggingen met 0,6%-punt verlaagd tot 0,1% van het vrijgestelde bedrag.
2. Omzetbelasting (BTW)
Verlaagd btw-tarief logies, cultuur, sport en media
De btw op logies en de btw op cultuur, sport en media gaan per 1 januari 2026 van 9% omhoog naar 21%. Hiervoor geldt een overgangsregeling.
Aanpassing kleineondernemersregeling (KOR)
Vanaf 1 januari 2025 kan de kleineondernemersregeling (KOR) ook in andere EU-landen worden
toegepast. Daarvoor geldt onder andere dat de jaaromzet binnen de gehele EU maximaal € 100.000 mag bedragen. Ook mag de jaaromzet de door de desbetreffende lidstaat gestelde omzetgrens niet mag overschrijden. Verder worden de termijnen verkort voor de perioden waarbinnen de KOR minimaal moet worden toegepast en waarbinnen de KOR na beëindiging daarvan niet mag worden toegepast. Deze termijnen gelden vanaf 1 januari 2025 voor elke ondernemer die de KOR toepast.
Aanpassing margeregeling
Vanaf 1 januari 2025 verandert de margeregeling in de btw. Heeft een handelaar (wederverkoper) antiek, kunst of verzamelvoorwerpen tegen een verlaagd btw-tarief aangekocht of ingevoerd? Dan kan de handelaar de margeregeling niet langer toepassen bij de verkoop van deze goederen.
3. Vennootschapsbelasting
Ook in de vennootschapsbelasting zijn wijzigingen doorgevoerd, maar deze zijn veelal erg specifiek of met name van belang voor de grotere bedrijven en heb ik daarom in dit artikel niet besproken.
4. Loonheffingen
Handhaven op schijnzelfstandigheid
Per 1 januari 2025 kan de Belastingdienst weer volledig handhaven op schijnzelfstandigheid.
Organisaties die zzp’ers inhuren voor werk dat zij niet als zelfstandige uitvoeren, kunnen dan met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025 correcties opgelegd krijgen. Met betrekking tot de periode vóór 1 januari 2025 kan de Belastingdienst alleen correcties opleggen als sprake is van kwaadwillendheid of als een eerder gegeven aanwijzing niet in voldoende mate is opgevolgd.
30%-regeling
De geplande versobering van de 30%- regeling wordt grotendeels teruggedraaid. Per 2027 is de maximale onbelaste vergoeding voor ingekomen werknemers 27%. Tot die tijd blijft dit nog 30%. Ook geldt er een overgangsregeling voor werknemers die al voor 2024 gebruik maakten van de 30%-regeling.
Eindheffing afwisselend gebruik bestelauto’s
Als bestelauto’s doorlopend afwisselend worden gebruikt door twee (of meer) werknemers, is het lastig om vast te stellen of en aan wie de bestelauto voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld. Voor deze bestelauto’s wordt het privévoordeel vastgesteld op een vast bedrag van € 300,- per jaar. Dit wordt vervolgens door middel van een eindheffing door de werkgever wordt betaald. Per 2026 wordt dit bedrag verhoogd naar € 438,- per jaar.
5. Overdrachtsbelasting
Aanpassing tarief
De wetgever verlaagt het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting voor de verkrijging van woningen per 1 januari 2026 van 10,4% naar 8%. Dit tarief is van toepassing op de verkrijging van woningen die niet langdurig voor eigen bewoning als hoofdverblijf worden gebruikt (zoals vakantiewoningen en beleggingspanden).
Uitzondering sleutelovereenkomst als verkrijging voor overdrachtsbelasting
Een sleutelovereenkomst is een overeenkomst op grond waarvan de verkrijger van een woning vooruitlopend op de notariële levering bepaalde toestemming(en) krijgt van de vervreemder. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het recht om de woning te betreden en daar werkzaamheden uit te voeren.
In de praktijk bleek dat in bepaalde gevallen bij het sluiten van dergelijke ‘sleutelovereenkomsten’ direct overdrachtsbelasting was verschuldigd. Vanaf 2025 is dit niet langer het geval, mits de notariële levering van de woning binnen zes maanden na het ingaan van de sleutelovereenkomst plaatsvindt en op die levering het ‘zelfbewoningstarief’ van 2% of de startersvrijstelling van toepassing is.
Uitbreiding van de startersvrijstelling en verlaagd tarief overdrachtsbelasting
De maximale waarde van de woning voor toepassing van de startersvrijstelling wordt per 1 januari 2025 verhoogd (van € 510.000,- in 2024) naar € 525.000,-.
De verkrijging van enkel ‘economische eigendom’ van een woning was uitgesloten van de toepassing van het verlaagde tarief en de startersvrijstelling. Vanaf 2025 kan de verkrijging van enkel economisch eigendom van een woning echter alsnog in aanmerking komen voor het verlaagde tarief of de startersvrijstelling, mits aan alle overige wettelijke voorwaarden voor toepassing van het verlaagde tarief of de startersvrijstelling is voldaan.
Aanpassing splitsingsvrijstelling
De splitsingsvrijstelling voorkomt dat de overdrachtsbelasting een belemmering vormt voor ondernemingen die willen herstructureren. De voorwaarden ervan worden waarschijnlijk per 1 juli 2025 aangescherpt, waardoor de vrijstelling niet van toepassing is als een opeenvolging van verschillende rechtshandelingen (fusie, splitsing, of interne reorganisatie) in overwegende mate is gericht op belastingontwijking.
6. Diversen
Verder zijn er een aantal wijzigingen in de bedrijfsopvolgingsregelingen en energiebelastingen. Zo wordt de salderingsregeling voor kleinverbruikers per 2027 afgeschaft en vervalt per 1 januari 2025 de bpm-vrijstelling voor een bestelauto van een ondernemer (ondernemersvrijstelling). De bpm-teruggaafregeling voor een bestelauto voor mensen met een handicap (gehandicaptenregeling) blijft bestaan. Ook wordt het tarief van de kansspelbelasting verhoogd van 30,5% naar 34,2%.
Conclusie
Al met al zijn er veel wijzigingen. Het is dan ook begrijpelijk als je door de bomen het bos niet meer ziet. Heb je vragen naar aanleiding van het belastingplan 2025? Aarzel dan niet om contact op te nemen.